“Pfff, sta ik toch in de ochtendspits”
Ik spreek rond 2002 of 2003.
Smartphones en Ipads waren er nog niet.
Ik kreeg een sms.
“Pfff, sta ik toch in de ochtendspits”
Op zich geen ongewone zaak voor veel mensen.
Maar in dit geval kwam ik niet meer bij van het lachen.
De sms was afkomstig van Armand.
Hij was net met zijn drumstel achter in zijn auto bij mij vanuit Weesp weggereden naar zijn huis in Harmelen.
De avond ervoor hadden we een optreden met een “coverband”.
Dat wil zeggen, ik geloof dat deze specifieke avond alleen Armand en ik de enige vaste leden van de band waren. De rest waren invallers.
Zoals wel vaker, reden wij samen naar optredens.
En niet ongebruikelijk belandden we, na thuis te zijn gekomen en mijn spullen te hebben uitgeladen, in mijn woonkamer tussen alle cd’s, minidisks (tja wie weet nog wat dat is…) en misschien nog cassettebandjes (al waren het maar de legendarische live radio opnames van het jazzprogramma “Tros Sesjun”).
We konden uren allerlei muziek luisteren en elkaar van alles laten horen.
Er was wel weer een nieuwe cd van een van onze helden uit!
Of de een kende een legendarische plaat uit de oude doos die beslist gedraaid moest worden.
Meestal ging dit gepaard met uitgebreide verhalen die een van ons van de overlevering kende.
Kleine en grote weetjes.
een uurtje of 2 of 3 ging de eerste schijf in de cd speler.
Muziek een onuitputtelijke bron die bijna ouder dan de mensheid is.
Ook werden de gesprekken regelmatig filosofisch.
Zo ook deze nacht. Ik schat dat we een uurtje of 2 of 3 bij mij thuis de eerste schijf in de cd speler stopte. De vloer van de woonkamer lag na verloop van tijd bezaaid onder de jewelcases met prachtige boekjes met veel achtergrondinformatie over de muziek, het ontstaan van het album en
achtergrond van de musici, de verhalen bij de muziek en de vertolkers ervan. De passie waarmee doorgaans onze helden ons wisten te raken, inspireren en ontroeren.
Inmiddels werd het buiten alweer licht en de vogels waren begonnen aan hun eigen wijsjes.
Een bakkie koffie werd nog genuttigd (we dronken eigenlijk de hele nacht thee, sapjes of fris) en Armand vertrok richting huis.
Ik rookte nog een peukje, draaide nog een plaatje voor het slapen gaan en toen kreeg ik het
sms-je “de ochtendspits.”

De nachtelijke sessies na optredens zijn me zeer dierbaar. Dit hebben we toch best lang en vaak volgehouden. De tijd verstreek. Ondertussen hadden we wat verschillende bandjes met mijn eigen muziek gehad.
De coverbands verruilden we voor andere muzikale werkzaamheden.
Armand heeft zijn drumkwaliteiten een impuls gegeven door naar New York bij het drummers collective te gaan studeren.
Ikzelf meer richting muziek waar mijn passie meer tot zijn recht kwam en de tijden wat christelijker werden. Alhoewel ik nog geregeld tot de late uurtjes muziek maakte.
We raakten elkaar een beetje uit het oog door onze verschillende werkzaamheden.
Maar de drukke werkzaamheden met diverse andere groepen waar ik de kost mee verdiende eisten de meeste tijd op.
Andere tijden, tijd om passie te manifesteren.
Tot een aantal jaren geleden ik een telefoontje van Armand kreeg.
Hij was inmiddels bezig met het componeren van zijn eigen muziek en hij wilde daar graag van mij input voor krijgen.
We spraken af en pakten de draad weer op alsof het gisteren was.
Ik was inmiddels ook veel meer met mijn eigen composities aan het doen.
Wat is er mooier dan mensen met een passie en een missie?
Elkaar inspireren, delen en samenwerken.
Wow! Wat een kracht.
Armand kwam met zijn schetsen van eerste ideeën die hij in de computer had uitgewerkt met keyboards. Ik hoorde al prachtige dingen.
Hij vertelde over het proces, de ontwikkeling en zijn onzekerheid en waar hij in vast liep.
En ik zat te bedenken, hoe help ik hem het meest?
Als ik naar mijn eigen proces kijk, als musicus en al helemaal als componist en arrangeur, denk ik terug aan een van mijn inspirerende docenten Rob Madna.
Al van kinds af aan maakte ik mijn eigen creaties.
Spelenderwijs ontwikkelde ik mijn eigen wijs.
Eenmaal op het conservatorium beland bleef ik componeren.
Ontwikkelde het in een stroomversnelling.
“het leek wel een compositie examen”
Ik wilde eigenlijk ook compositie gaan studeren, naast mijn hoofdvak piano.
Rob weerhield me hiervan. Hij was van mening dat ik dan volgens regeltjes zou gaan bedenken.
En hij omarmde mijn oorspronkelijkheid en zuiverheid in het componeren en arrangeren.
Ik nam nl geregeld eigen werk mee.
Wij bereidden het overgangsjaar van 4 naar 5 zo voor, dat ik daar allemaal jazz standards liet horen. Om vervolgens vrij te zijn op mijn eindexamen eigen composities te spelen.
Frans Elsen gaf als commentaar tijdens de nabespreking: “het leek wel een compositie examen”.
Een beter compliment kon ik achteraf niet krijgen.
Maar even terug naar Rob.
Wat was nou hetgeen hij mij meegaf?
Wat was de achterliggende boodschap om juist geen compositie te mogen gaan studeren van hem?
Het was niet het feit dat hij me geen goede componist vond. Nee, integendeel.
Ik nam mijn stukken mee en op kleine details na liet hij ze ongemoeid.
Het grootste cadeau wat ik van hem kreeg was: de ruimte.
Het vertrouwen om op mijn innerlijke wijsjes af te stemmen.
Ruimte om mijn intuïtie te volgen.
Op mijn muzikaal voorstellingsvermogen af te stemmen.
Oorspronkelijk te zijn.
“Er valt nog genoeg te verzinnen” was een zin die hij veel bezigde.
En hij gaf vooral af op musici die niet iets eigens te vertellen hadden.
Niet intuïtief componeerden en speelden.
“als ik dit doe dan klopt de theorie niet meer”.
Die wijze lessen neem ik de rest van mijn leven mee.
En niet alleen in de muziek.
En in dit geval met de hulpvraag van Armand, hem te coachen bij zijn eigen muziek, heb ik deze principes ook toegepast.
Hij had zelf supergave ideeën, waar hij alleen zo nu en dan mee vast liep.
Of onzeker werd, aangezien hij een aantal boeken aan het raadplegen was over componeren.
Hij is als drummer minder in aanraking geweest met muziekstructuren als harmonie en melodie.
Dat wil zeggen, als drummer maak je uiteraard altijd onderdeel uit van het geheel, waar dat wel het geval is. Met andere woorden: het muzikaal voorstellingsvermogen is er.
De kunst was om die te vertalen.
Maar ja om dat om te zetten naar muzieknoten en klanken zodat andere musici het kunnen verklanken, nodigde hem uit zich hier in te verdiepen.
Ik heb bewust weinig tot geen suggesties gegeven om zijn oorspronkelijkheid zo puur mogelijk te houden. En om hem aan te spreken op wat anders.
Op een van de sessies vertelde hij: “hier kom ik niet verder. Ik kan dit doen en dat en als ik dit doe dan klopt de theorie niet meer”.
Ik richtte de aandacht op meer te vertrouwen op waar zijn eigen muzikale voorstellingsvermogen hem naartoe leidde.
Ga eerst maar doen wat je hoort en zelf voelt.
Laat dat je kompas zijn. Dan kan je altijd vandaar gaan bijschaven of sturen.
Ik twijfelde zelfs of hij was afgehaakt
Er ging een tijdje over heen voor dat hij weer kwam.
Ik twijfelde zelfs of hij was afgehaakt.
Maar na een aantal maanden hing hij weer aan de lijn.
Of ik weer tijd voor hem had.
En hij kwam binnen met alle stukken waar hij sindsdien mee bezig was gegaan.
Wow, wat een resultaat!
Het was precies de vinger op de zere plek geweest!
Door hem de ruimte en vertrouwen te geven zijn eigen muzikaliteit te volgen had hij nu toch echt allemaal prachtige stukken gemaakt.
Maar nu mocht ik flink aan de bak om als pianist toetsenist het allemaal in te gaan studeren.
Pffff…… Had ik nu maar meer invloed uitgeoefend in zijn compositieproces.
Sommige dingen waren echt pittig om uit te voeren, hahaha.
“Hé, wij hebben ooit een keer het genoegen gehad samen te hebben gespeeld”
Na een proces van een paar jaar was het dan zo ver.
Samen met een bassist die hij bij hun (lees onze) ontmoeting had leren kennen al wist “met hem wil ik toffe dingen gaan doen”.
Paul Berner was de bewuste “ochtendspits klus” de inval bassist geweest in de coverband.
En wat voor een bassist.
Zijn sporen ruimschoots verdiend met grootheden als Lionel Hampton en Monty Alexander.
En als bandleider met eigen werk.
Samen hebben we de cd “the southern stone” opgenomen in Qubic Studio van Jasper Bom.
En ik ben echt supertrots dat ik op meerdere fronten heb mogen bijdragen aan dit alles.
Zondag 10 januari is de presentatie van dit prachtige album.
En dan speelt Folker Tetteroo mee op gitaar.
Bij de eerste repetitie voor de presentatie en hernieuwde kennismaking tussen Paul en Folker.
“Hé, volgens mij hebben wij ooit een keer het genoegen gehad samen te hebben gespeeld”.
……..
Juist ja.
Folker viel ook in bij de coverband Luigi’s die avond.

Foto Ferry Knijn